Een
beetje geschiedenis van de VAL D'AYAS
KASTELEN,
WALSER,
LEGENDES
KASTELEN
Vanaf de ingang van de VAL D'AYAS, kunnen jullie niet voorbij
het Kasteel
van VERRES, het indrukwekkend verdedigings fort van de graven
van CHALLANT,
door zijn vorm en omvang is hij uniek
in de VALLE d'AOSTA. Hogerop, in BRUSSON, komen we nog de
overblijfsels
tegen van een ander kasteel van de CHALLANT'S tegen, die
diende als
zomerverblijf en administratief centrum van de familie.
TOP
De walsers in
val d'ayas
Het is nu algemeen aangenomen dat oude duitse stammen zich
rond 800-9OO van
onze jaarrekening
zich in de hoge WALLIS vestigden, zij vormden de eerste kern
van de grote
WALSER gemeenschap.
Door de weinig aanwezige vruchtbare gronden, alsook door de
toename van de
bevolking, werden die volkeren verplicht om meer naar het zuiden te trekken.
Tussen 1200 en 1300 begonnen de migratie's, geen massa
beweging, veelal
kleine groepen die over de hoge ALPEN passen trokken, om zich in onbewoonde
gebieden aan de overkant te vestigen. Beetje bij beetje zullen de WALSER'S
zich over heel het ALPEN gebied verspreiden van VALLE d'AOSTA
tot in
VORALBERG in OOSTENRIJK. De gronden die ze tot zich namen waren zo hoog
gelegen dat de autochtonen volkeren die de lage vallei bewoonden er geen
moeite mee hadden.
De WALSER'S werden tot migratie gedwongen vooral om
economische redenen,
maar het was ook een avontuurlijk volk, die er niet voor terugdeinsde om de
hoge en gevaarlijke ALPEN passen over te trkken. Hun leven op die hoogte was
zeker niet eenvoudig, en hun enige rijkdom was hun veestapel, waardoor ze de
grond moesten bewerken, zodat hun vee de lange alpijnse winter's kon
overleven. Voor hun eigen overleving moesten ze ook handel voeren met de
autochtone bevolking.
De WALSER'S werden ook goed aanvaardt door de feodale heren,
eigenaars van
de vallei, die maar al te graag zagen dat de hoger gelegen gronden bewerkt
werden, daarbij kwam ook nog dat de WALSER'S uitstekend met wapens konden
omgaan, en zo geliefd waren voor de recrutering voor de privé
milities.
De belangrijkste migratie route's waren de GRIES pass,
SIMPLON pass, MONTE
MORO pass...De colonies uit AYAS en GRESSONEY kwamen heel waarschijnlijk
langs de THEODULE pass.
Volgens een andere versie zouden ze langs de COLLE del LYS
gekomen zijn, die
volgens de legende toen sneeuwvrij zou geweest zijn. Door een daarop
volgende mini ijstijdperk zouden ze van hun oorspronkelijke gebied
afgesneden geweest zijn. Vandaar de legende van de verloren vallei "DAS
VERLORNE THAL" een vallei rijk aan weiden, wouden en wild.
Vanuit GRESSONEY via
de COL D'OLEN, en vanuit MACUGNAGA via de TURLO pass
zouden de nederzettingen van ALAGNA, RIVA VALDOBBIA enz...gesticht zijn
geweest.
De WALSER migratie bereikte haar hoogtepunt tussen 1400 en
1500.
In AYAS, vanaf CHAMPOLUC, werd het gebied "CANTON DES
ALLEMANDS" genoemd met
een bevolking van ca 500 mensen. ST.
JACQUES fungeerde toen als "hoofstad"
van het canton. Het bijzonder interesse
van de WALSERS voor dit gebied was
de aanwezigheid van een zachte steen, de "PERA DOUTSA"
die bewerkt kon
worden voor het fabriceren van huishoudelijke wvoorwerpen zoals bekers en
pannen enz...
Buiten de centrale vallei zochten de WALSERS ook hoger
gelegen gebieden op
zoals MASCOGNAZ, CUNEAZ, CREST, allemaal gelegen tussen de 1900 en 2072m,
waarvan RESY het hoogst gelegen is(2066m). Ondanks de hoogte werden die
plaatsen het ganse jaar door bewoond, en behoorden tot de hoogst bewoonden
dorpen in Europa.
tipici esempi di
abitati Walser situati in valle d'aosta
per andare all'inizio
della pagina
LEGENDES
De
kluizenaar van Resy
Lang geleden, in een hut midden in de bossen van Resy woonde
een herder, die
er als kluizenaar leefde, hij voedde zich met bessen en melk, sprak met zijn
schapen, en voelde de aanwezigheid van de heer. Hij had graag willen bidden
en de juiste woorden gebruiken zoals de pastoor in het dorp, maar niemand
had het hem ooit geleerd. Met een stuk touw had hij een
bidsnoer gemaakt,
waarvan hij de knopen tussen zijn vingers liet glijden, zoals hij gezien had
bij de parochianen in het dorp.
Op een dag kwam er een voorbijganger langs, en zag dat de
oude man zijn
bidsnoer niet kon gebruiken. Hij stelde voor om het hem te leren, en raadde
hem aan om bij iedere knoop in zijn bidsnoer "koordknoop" te zeggen.
Natuurlijk werd er in het dorp van het voorval gesproken,
zodanig dat de
pastoor de kluizenaar liet halen, om hem de juiste manier van bidden te
leren. Aangekomen bij de kerk zei iemand dat hij in de sacristie moest
wachten op de pastoor.
Eens binnen zag hij op de muren de schilderijen van
biddende heiligen, en voelde hij de bhoefte om zelfs te bidden. Hij wierp
zijn mantel over een zonnestraal die langs een venstertje binnen viel, hij
nam zijn bidsnoer en begon de woorden te prevelen die de reiziger hem
geleerd had.
Toen de pastoor binnenkwam, zag hij de herdersjas alsof die
over een licht
leuning hing, viel op zijn knieen, en loofde god's glorie.
top